Je artikelen zijn geschreven en veruit het meeste werk is verricht! Maar voor je proefschrift zelf schrijf je ook altijd een inleiding en discussie over je gehele promotieonderzoek. Onze tips voor het schrijven van de algehele discussie vind je hier. In deze blog geven we enkele tips over wat je wel en wat je juist niet moet doen in je algemene inleiding. ‘To do or not to, that is the question!’
Wel doen: Aanleiding voor het onderzoek beschrijven
In de algemene inleiding beschrijf je altijd eerst de aanleiding voor het onderzoek. Waarom was dit onderzoek eigenlijk nodig? Wat is het probleem en hoe groot is het probleem precies? Wat is nu de stand van zaken op dit onderzoeksgebied? Wie/wat is de doelgroep? Is het een vervolg op een eerder onderzoek of iets geheel nieuws? Aan het einde van je inleiding moet de lezer een goed idee hebben waarover jouw wetenschappelijke onderzoek gaat.
Wel doen: Doel en introductie van de hoofdstukken
Na de aanleiding van je onderzoek, beschrijf je wat je met je onderzoek hoopt te bereiken. Geef de doelstellingen (doel 1, doel 2, enzovoort) van je proefschrift en introduceer kort de onderwerpen van de losse studies die je hebt gedaan. Dit is het overzicht van de hoofdstukken in je proefschrift (outline of the thesis). Bedenk van tevoren wat inhoudelijk een goede volgorde is van je hoofdstukken. Het kan best wel zo zijn dat je derde onderzoek juist als vijfde hoofdstuk in je proefschrift staat, omdat dit beter past bij de verhaallijn. De volgorde waarin je artikelen zijn gepubliceerd hoeft dus niet per sé leidend te zijn. Soms zie je ook een deel 1 en een deel 2 in een proefschrift, als het echt om twee verschillende delen gaat. Dan bevat deel 1 bijvoorbeeld experimentele studies en deel 2 de klinische toegepaste studies.
Wel doen: Een praktijkvoorbeeld
Een mooie manier om de aanleiding van je promotieonderzoek extra aandacht te geven is het beschrijven van bijvoorbeeld een casus uit de praktijk. Het kan ook een (actueel) nieuwsbericht zijn, of een ander maatschappelijk voorbeeld. Als het maar iets is waardoor de lezer meteen het belang van jouw onderzoek meekrijgt. Dit voorbeeld kun je vervolgens in de algemene discussie van je proefschrift nog eens terug laten komen, door hem te koppelen aan de opgedane kennis uit jouw studies. Dan is de cirkel mooi rond!
Wel doen: Inspiratie opdoen bij je voorgangers
Lees vooral enkele inleidingen van andere proefschriften ter inspiratie. Als je een proefschrift leest met een goede inleiding, neem deze dan als voorbeeld voor je eigen proefschrift. Kijk bijvoorbeeld goed naar de opbouw en pas deze toe op je eigen onderzoek en onderwerp. Bedenk goed waarom je deze inleiding zo goed vond en verwerk dit dan in je eigen inleiding.
Niet doen: Je individuele inleidingen kopiëren
Bij de algemene discussie gebruik je vaak de informatie uit alle discussies van je artikelen om tot een overstijgende en verdiepende discussie te komen, omdat je hierin de bevindingen van je onderzoeken bespreekt. Voor de algemene inleiding werkt dit juist minder goed. De inleidingen van je losse onderzoeken zijn namelijk heel gericht geschreven voor die studie en dus vaak te specifiek voor je meer algemene inleiding. Andersom kun je in de inleidingen van je artikelen de informatie die wel interessant en relevant is, maar niet essentieel voor dat specifieke onderzoek, niet echt kwijt. Deze informatie is juist wel leuk om op te nemen in de algemene inleiding van je proefschrift, om een mooie overstijgende fundering van je proefschrift neer te zetten.
Niet doen: Te lang of te kort van stof zijn
Hoe lang moet een algemene inleiding eigenlijk zijn? Er is geen gouden regel voor, maar meestal varieert dit tussen de 10 en maximaal 20 pagina’s. Eerder iets meer richting de 10 dan de 20 pagina’s. Je hoeft echt niet elk detail te benoemen in de algemene inleiding. Een inleiding van een proefschrift is iets anders dan een gedetailleerd systematisch overzichtsartikel.
Reactie plaatsen
Reacties